Vanaf de Bronstijd rond 1500 v. Chr., tot aan het vertrek van de laatste bewoners rond 800 v. Chr. leefde men van veeteelt, landbouw, jacht en visvangst. Het West-Friese landschap, in die tijd een wad-kwelder landschap, werd doorsneden door een groot aantal kreken. Men bouwde neder-zettingen op de hoogste delen van de kwelders. Omringd door bossen en open waterplassen.
Vee leverde vlees, zuivel en huiden op. Er werd gevist op paling en meerval. Men moest nog vrezen voor bruine beren, elanden en wilde zwijnen. Kortom … een mooi verhaal over hoe het Bronstijdlandschap gaf en nam. En hoe mens en dier zich in verloop van tijd hebben aangepast.
Deze middag is gratis, maar een vrijwillige bijdrage is welkom.Het is mogelijk om eigen archeologische vondsten mee te brengen en te laten bekijken.