ENKHUIZEN - Ter voorbereiding op het bouwen van een nieuwe woonwijk is in 2020 door Archeologie West-Friesland een archeologische opgraving uitgevoerd aan de Kuipersdijk in Enkhuizen. Daarbij is een deel van de gedempte Oude Buyshaven opgegraven. In de haven is onder meer een klein houten luik uit de 17de eeuw gevonden. Uit onderzoek blijkt dat het luik zeer waarschijnlijk afkomstig is van een haringbuis. Een haringbuis is een groot visserschip die belangrijk was voor de economische bloei van Enkhuizen in de 16de en 17de eeuw. Het luik blijkt het enige tastbare overblijfsel van de haringbuizen te zijn: er is geen enkele haringbuis overgeleverd en ook scheepswrakken zijn niet bekend. Het luik is geconserveerd en op Open Monumentendag voor iedereen te bewonderen.
Tentoongesteld voor publiek
Op Open Monumentendag, zaterdag 9 september, is het luik te zien voor publiek in het Stadhuis van Enkhuizen aan de Breedstraat. Tussen 11.00 en 16.00 uur geven archeologen van Archeologie West-Friesland uitleg over het object en de opgraving aan de Kuipersdijk. In het Stadhuis vinden ook nog andere activiteiten plaats. Meer informatie over het programma op Open Monumentendag in de gemeente Enkhuizen en Stede Broec wordt binnenkort huis-aan-huis bezorgd in ‘Nieuwsblad Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland’ en is terug te lezen op: www.openmonumentendag.nl/comite/ enkhuizen/
Meer informatie over het gevonden houten luik
Ontstaan van de Oude Buyshaven
In 1590 begon de grote stadsuitbreiding van Enkhuizen, waarbij het oppervlak van de stad verdrievoudigde. Binnen het nieuwe stadsdeel werden diverse nieuwe havens uitgegraven, waar door de sterke economische groei veel behoefte aan was. Een van deze nieuwe havens was de Oude Buyshaven. Op basis van jaarringonderzoek aan de opgegraven houten kadebeschoeiing kan worden gezegd dat deze haven rond 1592 is aangelegd. De haven was met name bestemd voor haringbuizen. Dit type vissersschip werd gebruikt om haring te vangen op de Noordzee. Enkhuizen was in de eerste helft van de 17de eeuw het belangrijkste centrum voor haringvisserij: ruim 300 haringbuizen behoorden tot de stad, de helft van de toenmalige Hollandse haringvloot. De haringindustrie zorgde voor een grote economische bloei van Enkhuizen, die nu nog steeds als ‘Haringstad’ bekend staat. Na 1650 kromp de haringindustrie in de stad door diverse oorzaken en in 1872 werden de laatste haringbuizen van Enkhuizen verkocht. In de 19de eeuw zijn diverse havens in de stad gedempt, waaronder de Oude Buyshaven.
Vondsten uit de haven
In de 17de en vroege 18de eeuw zijn veel voorwerpen in de Oude Buyshaven terecht gekomen. Het gaat om afval dat vanaf de kade of schepen in het water is gegooid en spullen die hier per ongeluk in zijn gevallen. Niet verwonderlijk is dat veel van de gevonden objecten samenhangen met scheepsvaart: het gaat om onderdelen van schepen en spullen die aan boord van schepen zijn gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn keien en brokken koraal die hebben gefunctioneerd als ballaststenen, houten schijven en assen van scheepsblokken, stukken touw, leren schorten van vissers en een zakzonnewijzer.
Bijzondere vondst
Een bijzondere vondst is het kleien houten luik met ijzeren beslag van 68 bij 63 cm groot. Het is afkomstig uit de romp van een schip, in scheepstermen worden dit type luiken ‘poorten’ genoemd. De meest bekende variant is de geschutspoort, waardoor de loop van een kanon naar buiten kon worden gestoken. Ook in achterstevens (spiegels) van schepen waren vaak poorten aanwezig. Zij werden bij handelsschepen bijvoorbeeld gebruikt om lange balken in het ruim van een schip te kunnen brengen. Van historische afbeeldingen is bekend dat in de achtersteven van haringbuizen altijd twee poorten zaten. De precieze functie hiervan is niet bekend. Mogelijk waren zij bedoeld om licht en frisse lucht in het ruim te brengen. Aangezien de Oude Buyshaven met name werd gebruikt door haringbuizen is het zeer aannemelijk dat het gevonden luik afkomstig is van een haringbuis.
Het luik uit de Oude Buyshaven bestaat uit dikke eikenhouten planken die haaks op elkaar zijn bevestigd met veel ijzeren nagels. Het luik was voorzien van twee staarthengen (scharnieren) en grote ijzeren ringen, waarmee het kon worden open getrokken. Tijdens de conservering (beschermen tegen verdere aantasting) is vastgesteld dat er in de 17de eeuw reparatiewerkzaamheden aan het luik hebben plaatsgevonden. De hengen hebben bijvoorbeeld op een iets andere plek gezeten, want er bevinden zich naast elkaar een dubbele rij nagelgaten. Dit betekent dat ze een paar centimeter zijn opgeschoven of dat de poort ooit is voorzien van nieuwe hengen. Hiernaast zijn de dikke planken aan de buitenzijde op zeker moment gescheurd. Dit is hersteld door ‘breeuwsel’ aan te brengen in de scheuren.